Voor Toon is de Krabbebosschen één grote geluksplek. Samen met hem maak ik er een wandeling.  Hij heeft er altijd met veel plezier gewerkt en komt daar nu nog heel graag.  Dat komt door de natuur en de rust van het gebied in combinatie met de rijke historie. Die historie fascineert Toon.  Dat heb gebied uniek is door de unieke zandruggen en vennen, ontstaan in de IJstijd.

Op 1 ven na, want dat is uitgegraven voor zand voor de Tafelberg van Spinosa rond 1624.  Deze ‘berg’ steekt ongeveer 3 meter boven het landschap, dat toen nog onbegroeid was. De generaal zette daar zijn tenten op zodat hij goed zicht had over het gebied tot aan Breda. In de ogen van Toon zie ik een weerspiegeling van de generaal voor zijn generaalstent…En dan heb je de Wal van Mendosa, en de Buiikse Hoeve. Nu afgebroken was het ooit een legerplaats met gracht en al. De oversteekplaats voor de koeien door die gracht zie je nog.  En dan is er het verhaal dat er daar ergens ooit een galgheuvel is geweest!

Toon is ook heel trots op zijn Amaryllissen.  Gekweekt uit 1 enkele knol heeft hij nu 2 tunnels vol staan met deze mooie bloemen.  En ze bloeien al in april!  “Dat kan niet” zeggen de kenners.  Wie het niet geloven wil, moet het maar eens vragen aan Toon zelf.